Interview met Jean-Yves Thibaudet voor Element, een uitgave van Drs. Hans Schreuder Products BV, over musiceren, passie en huidverzorging.
Alles wat ik doe, doe ik geïnspireerd
Als een meester van klankkleur, nuancering en interpretatie is pianist Jean-Yves Thibaudet wereldwijd vermaard om zijn verfijnde concerten en poetische muzikale benadering. Hij is een graag geziene gastsolist bij vooraanstaande orkesten en dirigenten, en begeleidt daarnaast wereldsterren als Cecilia Bartoli, Renée Fleming en Angelika Kirschlager. Recentelijk verscheen van hem de 5-CD box: ‘Satie: The Complete Solo Piano Music’, nadat hij al werken van o.m. Mendelssohn, Chopin, Grieg, Brahms, Schumann en Ravel op CD had uitgebracht.
Een gesprek met een groot artiest die graag verder kijkt dan zijn toetsenbord breed is, over huidverzorging, zijn ‘vision for health’ en bronnen van passie en inspiratie.
“Huidverzorging? Ik ben er dol op. Ik begon er mee toen ik een jaar of 18 was. Mijn vrienden lachten me uit, zeiden: ‘Je bent veel te jong, je hebt dat helemaal niet nodig.’ Ik hield vol dat je er vroeg mee moest beginnen, voor het te laat is. Dat vind ik nog steeds.
Ik ben uiteraard zuinig op mijn handen, ik gebruik handcrème, doe niet dagelijks de afwas en zorg dat mijn huid niet te droog wordt. Vooral belangrijk is de lengte van mijn nagels. Te lang, dat speelt niet lekker, maar als ze te kort zijn en je speelt fortissimo, loop je de kans op kloofjes en dat is helemaal rampzalig.
Ik ken Hans en Irene Schreuder al meer dan 20 jaar en heb ze leren kennen als zeer goede vrienden, als familie haast. Ik kijk uit naar de nieuwe producten van Hans, zeker,
hij heeft altijd fantastische crèmes gemaakt, dit zal ook weer heel goed zijn. Ik weet dat hij veel onderzoek doet, voortdurend bezig is met nieuwe ontdekkingen, ik ga ze zeker gebruiken, daarvoor vind ik hem, en m’n huid, belangrijk genoeg.
Vision for health
Mijn ‘vision for health’ heeft alles te maken met de manier waarop ik leef. Stress maakt daar bijvoorbeeld een vast onderdeel van uit, de stress van het reizen, de stress van een volgend concert. Ik ben van nature een redelijk evenwichtig persoon. Ik leef zeer gedisciplineerd, let op wat ik eet, drink weinig, en slaap heel veel, nooit genoeg eigenlijk. Toch kon ik mij vroeger enorm over van alles opwinden. Dat doe ik nu bewust veel minder. Zo kun je veel stress voorkomen. Door niet tien minuten voor vertrektijd op het vliegveld te arriveren, maar een uur. Door te accepteren dat dingen soms fout gaan, en daarmee leren leven. De tijd nemen, voor jezelf, voor een goede maaltijd, voor ontspanning. Het is me niet vanzelf aan komen waaien, maar het lukt me nu redelijk goed. Gelukkig maar, hoe minder stress, hoe beter.
Uitzicht op een prachtig landschap
Inspiratie is een ander belangrijk element van mijn ‘vison for health’. Inspiratie is alles voor een artiest. Alles wat ik doe, doe ik geïnspireerd. Vaak zonder dat ik het me bewust ben. Maar als ik aan de vleugel zit tijdens een concert, word ik beïnvloed door wat er die dag is gebeurd, door de de stemming waarin je verkeert, ik noem dat allemaal inspiratie. Inspiratie kan dus overal vandaan komen, uit de kleinste dingen. Het uitzicht op een prachtig landschap kan de toon zetten voor het concert van die avond.
En natuurlijk word ik geïnspireerd door de mensen om mij heen, collega-musici, dirigenten, leraren, maar ook mensen buiten het vakgebied, vrienden, geliefden. De liefde is voor een artiest waarschijnlijk een van de belangrijkste bronnen van inspiratie. Je ziet dat bij alle grote componisten, ze schreven hun beste werk als ze verliefd waren.
Ook tijdens een concert kan een vonk van inspiratie overvliegen. Als je daar zit, voor een gehoor van een paar duizend mensen, en je hebt plotseling oogcontact met iemand op de eerste rij, man of vrouw, dat maakt niet uit. Het gevoel dat je door dat contact met die ene persoon contact hebt met al die andere mensen, alsof je voor elk van hen persoonlijk zit te spelen. Dat kan uitermate inspirerend zijn.
Leven zonder muziek zou een vergissing zijn.
Nietzsche zei dat en ik ben het uit de grond van m’n hart met hem eens. Muziek is mijn passie. Ik zou zonder heel veel dingen kunnen leven, maar niet zonder muziek. Niet uitsluitend klassieke muziek, mijn interesse is breder. Ik speel bijvoorbeeld ook jazz, ik ben geen groot jazzmuzikant, maar ik vind het heerlijk om te spelen. En de muziek van de landen waar ik kom, de Argentijnse tango bijvoorbeeld, als ik daar ben ga ik altijd op zoek naar een authentieke tangobar. Elke kunstvorm interesseert me, beeldhouwkunst, schilderkunst, ballet, film, ik ben nieuwsgierig, ik wil het zien, horen, ontdekken. Een gepassioneerd mens ja, in alles wat ik doe. Het is goed voor je, goed voor je gezondheid. Zelfs als ik ga shoppen, doe ik dat gepassioneerd.
Beter en verder
Het mooie van mijn beroep is dat je je altijd kan blijven ontwikkelen. Als artiest kom je nooit op het niveau dat je zegt: ‘ziezo, ik ben er, ik kan stoppen.’ Je hele leven probeer je beter, beter en nog eens beter te worden. Kijk naar Arthur Rubinstein, die speelde steeds mooier naarmate hij ouder werd, en hij werd ver in de negentig! Dat is mijn uitdaging: mezelf ontwikkelen, verder, steeds verder.
Een andere uitdaging is klassieke muziek voor een breder, vooral jonger publiek toegankelijk te maken. In de concertzalen zie je veel oudere mensen, prachtig, maar het publiek moet verjongen. Ik zie enige verbetering, ik zie jonge mensen de concertzalen binnenkomen, maar daar is nog veel werk te doen. We moeten ze vertellen, laten horen, ze er van overtuigen dat klassieke muziek niet saai is, niet ouderwets, niet uitsluitend serieus.
Kom op, we gaan!
Het feit dat ik jazz-CD’s heb gemaakt, heeft veel deuren geopend. Jongeren die naar mijn concerten komen en zeggen: we kennen u niet, maar we hebben uw jazz-CD’s, geweldig, we zagen dat u vanavond hier speelde en dachten ‘kom op, we gaan!’ Vaak is het het eerste klassieke concert van hun leven. Fantastisch. Dat is zeer waardevol. Wij musici moeten naar die jongeren toe, naar hun scholen. Als het kan nodig ik scholen uit om naar repetities te komen, dan kun je met die jongelui praten. Kunnen ze zien dat ik ook maar een normaal mens ben. Kan ik ze vertellen dat ik van dansen hou, dat ik ook de stad in ga, net als zij, met vrienden naar een café of naar de film. Dan kunnen ze zich ervan overtuigen dat ik niet een of ander zonderling type ben, maar iemand met wie je gewoon kunt praten. Klassieke muziek toegankelijker, vriendelijker maken voor jonge mensen, dat zie ik als een van mijn grote uitdagingen. Een hele mooie.”
CD’s van Jean-Yves Thibaudet verschijnen op het Decca label en zijn verkrijgbaar bij de betere muziekwinkels. |