Even vol gas voor de meisjes.
Johan is onze vaste monteur bij de BMW-dealer. Bij hem kochten mijn vriend Rogier en ik vorig jaar allebei een BMW K75 S.
“Ga’s naar Rusland”, zei hij toen we hem vertelden dat we een paar weken wilden rondtrekken. Hij had de halve wereld al bereden. Rogier en ik hadden ruime ervaring in dag- en weekendtripjes. Ons record was in een dag op en neer naar Parijs.
Rusland. Waarom niet? Johan gaf ons een lijstje. “Zorg dat je dit bij je hebt. Meer zul je onderweg niet nodig hebben. En je zult zien dat het nog teveel is.” Hoezo? “Dat merk je wel. Goede reis.”
Bij de Pools-Russische grens vlak voor Brest moesten we alles uitpakken. De integraalkoffers, de top-case en de tanktas (Multivario K, ideaal!), alles moest leeg. Niet alleen leeg, alles moest er ook af. Nou is dat met BMW spullen gelukkig eenvoudig. Even verderop werd een portier uit een auto gehaald en dat is een stuk minder eenvoudig.
Voorzover we begrepen waren de douaniers vol lof over de slimme constructies. Groot succes had mijn BMW integraalhelm, die een douanier even opzette. En ik moet zeggen, het stond hem een stuk beter dan z’n dienstpet.
Rusland lijkt gemaakt voor motorrijden. En de K75 lijkt gemaakt voor dit land. Zonder een wolkje aan de lucht reden we van horizon naar horizon. En verder.
Het turbine-achtige, vrijwel geruisloos lopende 3-cililnderblok. Fel in de sprint, snel en comfortabel op de lang afstand. Alles met de vingertoppen te bedienen. Alles is één oogopslag te overzien. Solide en betrouwbaar.
Sportief geveerd. Goed in balans bij noodstops (een log overstekende vrachtwagen vol vrouwen!). Wat wil een motorliefhebber nog meer.
Overal waar we stopten hadden onze fietsen volop bekijks. Vooral op het platteland wil de Rus maar al te graag een praatje aanknopen. Ik wist niet dat je met handen en voeten en veel “broembroem iooink brbrbrbr” wildvreemden zo onverstaanbaar enthousaist kunt maken voor een BMW-motor.
Jong en oud verdrong zich om de cockpit, vergaapte zich aan toerenteller, snelheidsmeter en monolever, of knielde voor het indrukwekkende motorblok. Jongetjes liepen met hun handen aan een denkbeeldig stuur vol gas over het gras. Alleen een paar oude vrouwtjes bleven onverstoorbaar op hun bankje zitten.
Als we ‘s avond ergens aankwamen moesten we ons melden bij het lokale Intouristbureau. En als we ergens langer bleven dan een nacht, kregen we een gids toegewezen.
Zo heb ik vier dagen door Moskou gereden met een Russische blondine op de buddyseat. Een vrouwelijke gids! Die ons de grootste omwegen liet maken “bekoz I like to zit on ze motor”. Onder luid gegil en gegiechel heeft ze ook zelf een eindje gereden. Vanwege onze leren BMW-tourpakken noemde ze ons steevast “ze BMW brothers”. Zij heette Irina. Jammer dat we uit Moskou wegmoesten. (Misschien een goede reden om nog eens weekendje terug te gaan?)
Thuisgekomen zochten we Johan op en bedankten hem voor alle tips waardoor we onderweg nergens voor onaangename verrassingen kwamen te staan. Nooit naar een Russische garage hoefden.
“Mooi”, zei hij, “Dan hadden jullie dus toch teveel spullen bij je.” Hoezo? “De Serviceset, de Gereedschapsset en de Bandenserviceset. Die heb je dus net weer zo bij je als je ze meenam.” Klopt. Die hebben we meer dan 5000 kilometer niet aangeraakt.
“Kijk, en dat is nou typisch BMW”, zei hij, “in de regel zul je ze alleen bij hoge uitzondering nodig hebben. Maar juist die uitzondering bevestigt de regel. En in dat geval zijn die setjes absoluut goud waard.”
BMW maakt rijden geweldig |